![]() Toen ik een paar maanden geleden de teksten voor mijn website schreef ging mij dit vrij gemakkelijk af. Zo kon ik goed onderbouwen hoe ik te werk ga en wat mijn visie is. Zowel als docent als als regisseur. Maar nu we al weer een aantal maanden aan het repeteren zijn merk ik dat ik steeds meer ga nadenken over deze visie. En dan met name over één bepaalde uitspraak. Zo schrijf ik: ‘Het maken van een voorstelling is een creatief proces’. In beginsel ben ik het daar nog altijd volledig mee eens. De overpeinzing zit ‘m dan ook meer in de vraag wat in deze prioriteit heeft. Wat stel je centraal wanneer je in de kunst- en cultuureducatieve sector werkzaam bent – en je dus niet met (semi)professionals te maken hebt? Is dat sec de voorstelling of is dat het proces ernaartoe? Met andere woorden; is de voorstelling een middel om met theater bezig te zijn of is de voorstelling het doel op zich? Wanneer ik deze vraag vanuit het oogpunt van de kunst- en cultuureducatie bekijk dan ben ik geneigd om de voorstellingen als middel te beschouwen. Vanuit dat perspectief bezien heeft dan ook het proces ernaartoe de meeste prioriteit. Maar werkt dit in de praktijk wel zo? Als ik deze vraag met een ‘ja’ zou kunnen beantwoorden had ik deze blog niet hoeven schrijven. Voor mijn gevoel ligt dit dan ook een stuk genuanceerder. En om zelfs de frictie die hierdoor soms ontstaat goed uit te kunnen leggen moet ik beginnen bij de start van een theaterseizoen. Terwijl de mussen van het dak vallen beginnen in de zomer al de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen; er wordt een leuk script gezocht, de rollen worden uitgewerkt en de eerste kleding- en decorideeën worden verzameld. Vol goede moed en hoge verwachtingen gaan we dus al vroeg van start om, na een aantal maanden repeteren, weer mooie voorstellingen neer te kunnen zetten. En daar heb je het al… Wij (als docententeam) stellen ons ten doel om mooie voorstellingen te maken. En daar zijn wij niet de enige in. Ook de leerlingen hebben dat als doel. Aan het einde van het cursusjaar willen zij namelijk in een mooie voorstelling staan. Maar zodra de eerste repetities van start gaan moet ik vaak mijn verwachtingen al bijstellen doordat al snel de verschillen binnen de lesgroepen zichtbaar worden. Niet alleen qua ervaring maar ook qua tempo, (begrips)niveau en attitude. We krijgen dus altijd te maken met zo’n twintig leerlingen die zich allemaal op hun eigen manier ontwikkelen. En als docent stel ik mij ten doel om iedereen, ongeacht ieders kwaliteiten en niveau, individueel iets te leren en mee te geven. Hierdoor moet ik niet alleen mijn aandacht meer verdelen maar word ik ook gedwongen te differentiëren. Doordat ik mijn aandacht hier op moet richten verlies ik de eindvoorstelling, als groter geheel én met alle ideeën en verwachtingen die ik er al vóór de zomervakantie van had, al snel een beetje uit het oog. Maar uiteraard zijn er ook momenten waarop het tegenovergestelde gebeurt. Op die momenten is mijn aandacht weer gericht op de voorstelling en wil ik juist doorwerken en ‘meters maken’. Want we komen nog steeds allemaal repeteren om aan een (eind)voorstelling te werken. En er is zo weinig tijd. Dit maakt dan ook dat niet iedereen altijd voldoende, individuele, aandacht kan krijgen. En dat is waar het voor mij wringt. Wat mij betreft is het dus niet altijd een logisch en uitgebalanceerd samengaan van proces en product. Wellicht komt deze wrijving voort uit het feit dat ik vaak zowel als docent als als regisseur voor een groep sta. En misschien zijn dit twee verschillende functies met twee verschillende doelen die niet altijd even goed op elkaar af te stemmen zijn? Als theaterdocent zou ik het namelijk zo mooi vinden om de aandacht te vestigen op het belang van het proces waarbij het maken van een voorstelling ‘slechts’ het middel is om de leerlingen, elk op hun eigen manier, iets te kunnen leren en te helpen zich te ontwikkelen. Maar van de andere kant ben ik dan juist weer bang dat de voorstelling niet ‘af’ komt of dat mijn artistieke inbreng in het geding komt. Als regisseur zie ik de voorstelling namelijk wel degelijk als het einddoel. En in dat geval gaat het niet zozeer om het proces maar om het uiteindelijke eindproduct. En nu ik mij dit zo bedenk geloof ik dat de crux zit in het harmonieus samen laten gaan van deze beide belangen… Maar deze conclusie werpt ook meteen een tal van nieuwe vragen op: Wanneer zet ik welke pet op? Hoe benader ik de repetities? Wat is op welk moment het belangrijkst? En hoe vind ik hierin een goede balans? Begrijp me niet verkeerd, ik ben graag zowel docent als regisseur. Ik vind het allebei prachtig om te doen maar ik realiseer mij ook dat hier, in mijn geval, twee verschillende visies bij horen die niet altijd even makkelijk verenigbaar zijn. Ik zal hier de komende tijd nog veel en vaak over nadenken en ook zal er hierdoor nog wel eens een ‘intern conflict’ ontstaan. Maar mocht je ideeën, suggesties, tips of dé oplossing hebben dan hoor ik dat natuurlijk graag! Voor nu heb ik in ieder geval weer nieuwe stof tot nadenken… Veel liefs, Lisanne
0 Comments
![]() Het is ondertussen een ware traditie geworden; de Kerstvoorstellingen van Stichting Musical Stella Duce. En afgelopen weekend was het weer zover. Dit jaar werd het tienjarig jubileum van deze voorstellingen gevierd met een Kerst Musical Gala in ’T Raodhoes' in Blerick. Twee dagen lang hebben honderdzestig leerlingen en leden, vier trompettisten, dertien docenten, een vijftienkoppige crew verantwoordelijk voor regie, techniek, grime, kleding, decor en coördinatie van de voorstellingen, een aantal hulpouders én, niet te vergeten, het publiek zich gewaand in een magische kerstmarkt, compleet met goud, glitters, oliebollen, kerstlichtjes en héél veel sneeuw. En wat was het een prachtig weekend. Niet alleen de gehele sfeer en aankleding was perfect, ook de verschillende optredens van alle acht (les)groepen waren tot in de puntjes verzorgd. Ook al hadden alle groepen drie afzonderlijke optredens voorbereid, toch voelde de Kerstvoorstellingen als één samenhangend geheel, bestaande uit verschillende liedjes en dansjes uit de aankomende eindvoorstellingen, afgewisseld met bekende en minder bekende kerstnummers. En zoals het eigenlijk wel een beetje hoort met de kerstgedachte in het achterhoofd, stond Stella Duce’s Jubileum Kerst Musical Gala dit jaar in het teken van een goed doel. Na afloop van de voorstellingen werd er namelijk gecollecteerd voor de Venlose Voedselbank. En mede dankzij het publiek werd er in totaal het mooie bedrag van €1597,29 opgehaald. En dan is het opeens zaterdagavond. De laatste show is afgelopen, het publiek verlaat de zaal en de lichten gaan weer aan. Plotsklaps is alle sfeer en alle magie verdwenen. Het publiek én de leerlingen gaan naar huis en verdwijnen in de donkere decembernacht. Techniek en decor worden afgebroken, de tribune wordt ingeklapt en even bekruipt mij weer dat melancholische gevoel dat altijd komt opzetten na een laatste voorstelling. Met z’n allen hebben we zo hard gewerkt om drie mooie voorstellingen neer te zetten en nu is het opeens klaar, leeg en sfeerloos. Maar als snel realiseer ik mij ook dat dit een totaal misplaatst gevoel is aangezien de ‘echte’ kerst nog moet komen. Met de kerstdagen in het vooruitzicht laat ook het nieuwe jaar niet lang meer op zich wachten. En nu ik dit schrijf kijk ik al weer met veel enthousiasme uit naar volgend jaar en naar alle mooie en magische theatermomenten die we nog met z’n allen gaan creëren. Maar voordat het zover is mogen we nog eerst gaan genieten van de feestelijke dagen die komen gaan. Daarom wens ik iedereen nu, op kerstavond, een heel mooie kerst en een liefdevol en sprankelend 2018. Tot volgend jaar! Liefs Lisanne De afgelopen jaren heb ik al veel (musical)leerlingen zien komen en gaan. Velen blijven een paar jaartjes ‘hangen’ maar er zijn er ook altijd een paar die het na één seizoen voor gezien houden. Zij kiezen er dan bijvoorbeeld voor om te gaan hockeyen of om te gaan voetballen. Weer anderen moeten noodgedwongen, door studie of verhuizing, stoppen met de musicallessen. Maar over het algemeen komen de meesten na de zomervakantie toch weer terug.
Na zo’n vakantie zijn de lesgroepen meestal veranderd van samenstelling. Niet alleen zijn er leerlingen gestopt of 'overgegaan' naar een andere lesgroep, vaak zijn er ook weer nieuwe leerlingen bijgekomen. Daarnaast vindt er soms ook nog een verschuiving van docenten plaats. Voor sommige leerlingen kan deze gehele combinatie van factoren een enorme boost voor hun groei en ontwikkeling betekenen waardoor zij er opeens, veel meer dan voorheen, bovenuit springen. En zo komt het dus wel eens voor dat een leerling, na zes weken zomerstop, terugkomt en dan opeens zoveel indruk op je maakt dat je weet dat hij of zij je voor lange tijd zal blijven heugen. Zo is er dit jaar ook weer een aantal leerlingen die opeens zo’n enorme ontwikkeling doormaakt dat ik iedere keer weer vol bewondering naar hen zit te kijken. Het lijkt wel alsof alles nu ineens op de juiste manier samenkomt. Dit zijn de leerlingen die hun schaamte en onzekerheden aan de kant hebben geschoven, die hun talenten durven te ontwikkelen, die fouten durven te maken en die zich vol overgave durven te laten zien. En uiteindelijk betekent dit dat zij zichzelf meer ruimte kunnen geven om zelfverzekerder te worden en om (nog) meer plezier te krijgen in het spelen, dansen en zingen. Deze leerlingen gaan hun rol dan echt met verve spelen en weten daarmee anderen, inclusief mijzelf als docent, te inspireren. Ik weet dat ik af en toe best streng en veeleisend ben, zeker wanneer ik weet dat er meer in een leerling zit dan dat er op dat moment uitkomt. Maar hoe enthousiast en trots ben ik dan als ‘het’ er toch uitkomt. En hoe trots mag die leerling op zichzelf zijn als hij (of zij) zijn angsten en onzekerheden aan de kant schuift en ziet én ervaart dat er meer in hem zit dan dat hij eerder dacht. Wat zou ik iedere leerling dit gunnen! Je hoeft echt niet iedere noot loepzuiver te zingen, iedere tekstregel feilloos uit je hoofd te kennen en iedere danspas strak uit te kunnen voeren. Het kan zoveel meer voor je doen als je je angsten en onzekerheden opzij zet, je jezelf openstelt, je van elkaar leert en als je met volle overgave en met de volste overtuiging op je ‘bek durft te gaan’ – en daar alleen maar meer van leert. En wat is het als docent mooi en bijzonder om een dergelijke groei bij je leerlingen te mogen zien en om hen af en toe een beetje te mogen begeleiden en te mogen aanmoedigen in deze ontwikkeling. Daar doe ik het voor! Ow ja… En morgen mag ik weer! Veel liefs, Lisanne |
Auteur
Lisanne Weijmans Archieven
Categorieën
|